Het is kenmerkend voor een goed bier: een mooie witte schuimkraag bovenop het bier. Het is een onmisbaar element en zonder een schuimkraag noemen we bier zelfs ‘dood’. Het smaakt bovendien anders. Een goede schuimkraag op bier is dus een essentieel onderdeel van een kwaliteitsbier. Maar waarom is die schuimkraag zo belangrijk en hoe ontstaat het eigenlijk?
Het ontstaan van een schuimkraag
Het zijn de eiwitten in de mout, die zorgen voor de schuimkraag. Deze eiwitten worden tijdens het brouwproces omgezet in aminozuren, die vervolgens reageren met koolzuurgas om schuim te vormen, zodra het bier getapt wordt of ingeschonken wordt. Het koolzuurgas vormt dan namelijk kleine belletjes die omhoog stijgen door het bier. De eiwitten in het bier hechten zich vervolgens aan de wanden van die belletjes, waardoor de belletjes aan elkaar blijven plakken en een schuimkraag vormen. De schuimkraag kan variëren van een dun laagje tot een dikke, romige kraag, afhankelijk van het bier en de manier waarop het wordt geserveerd.

De schuimkraag beschermt
De schuimkraag ligt als een deken over het bier en heeft verschillende functies. Het beschermt het bier en fungeert als een soort deksel, waardoor het koolzuur niet te snel uit het bier vliegt. Bovendien beschermt de laag ook tegen lucht, waardoor het bier minder snel oxideert. Hierdoor blijft de smaak van het bier langer behouden. De schuimkraag zorgt er ook voor dat er meer aroma’s vrijkomen, die bijdragen aan de smaakbeleving. Daarnaast kan een goede schuimkraag ook het mondgevoel verbeteren, omdat het bier zachter aanvoelt in de mond. Tenslotte speelt de schuimkraag visueel ook een rol. Het oog wil immers ook wat en een mooie schuimkraag zorgt voor een betere presentatie van het bier. Die betere presentatie kan vervolgens weer bijdragen aan een betere beleving van het bier.
De perfecte schuimkraag
Voor een perfecte schuimkraag is de stevigheid van groot belang. Het moet niet direct verdwijnen, nadat het bier getapt is of in het glas is geschonken. Bierdeskundigen gebruiken de zogenaamde ‘halfwaardetijd’ om te bepalen wanneer de schuimkraag stevig genoeg is. Ze meten daarvoor de tijd waarin het schuim in volume halveert. Bij minimaal 110 seconden is de schuimkraag stevig genoeg te noemen.
Zoals gezegd zijn het de eiwitten, die zorgen voor de schuimkraag, maar niet alle eiwitten zijn even geschikt voor het vormen van schuim. Eiwitten met een hoog molecuulgewicht vormen wel schuim, maar dat zakt snel in elkaar. Eiwitten met een laag molecuulgewicht zijn daarentegen geschikter, omdat ze een stabielere schuimkraag vormen. Behalve de eiwitten speelt ook de hoeveelheid koolzuurgas in het bier een rol. Hoe meer koolzuurgas, hoe meer schuim er gevormd wordt. Daarom heeft pils vaak meer schuim dan bijvoorbeeld Belgische tripels, omdat pils meer koolzuurgas bevat. Daarnaast speelt ook de temperatuur een rol. Bier dat te koud is, krijgt minder schuim, doordat de koolzuurmoleculen minder goed vrijkomen, terwijl bij te warm bier de schuimkraag sneller inzakt.
Bier inschenken voor de perfecte schuimkraag
Voor de perfecte schuimkraag zijn nog twee andere dingen belangrijk: de juiste manier van tappen/inschenken en een schoon glas. Als je het glas onder een hoek van 45 graden houdt bij het tappen/inschenken, zodat het bier langzaam in het glas stroomt, wordt de schuimkraag niet te groot.

Schuimkraag kan ook een slecht teken zijn
Hoewel geen schuim zorgt voor een slecht bier kan te veel schuim op je bier ook vervelend zijn. Te veel schuim kan de smaakbeleving en het mondgevoel van het bier negatief beïnvloeden. Bovendien gaat er ook bier verloren, waardoor je minder bier hebt om van te genieten. De schuimkraag op bier is dus niet zomaar een bijzaak, maar een belangrijk onderdeel van de (smaak)beleving van het bier.
Brouw eens een bier met een bierbrouw pakket van Brouwpunt!



